Betekenisvol verbinden in de zorg, ook met hulp van technologie.

ingevoerd op 17-5-2011

Zorg en technologie zijn lange tijd niet in één adem genoemd. Zorg is mensenwerk en technologie gaat over machines, dat gaat nooit samen. Terwijl veel technologische ontwikkelingen het werk in de huishouding bij de mensen thuis veel eenvoudiger heeft gemaakt, maar dit terzijde. In de zorg is technologie een apparaat of een kastje dat het doet of niet.
De laatste tijd komt technologie steeds meer in de belangstelling van de zorg.  De technologie wordt in toenemende mat in verband gebracht met toekomstige tekorten aan personeel, technologie zou kunnen besparen op arbeid en dus op arbeidskosten. Vanuit deze invalshoek is technologie, met name Informatie en Communicatie Technologie, ontwikkeld en toegepast. Studies hebben nog niet aangetoond dat deze toepassingen hebben geleid tot aanzienlijke arbeidbesparing. De besparingen waren marginaal en de benodigde investeringen aanzienlijk. Veel van deze, vaak grootschalige, projecten zijn mede hierdoor een zachte dood gestorven. Veelal was sprake van een speciaal apparaat dat moest worden aangeschaft en waar de gebruiker uitgebreid voor moest worden geïnstrueerd om het apparaat ook daadwerkelijk te kunnen gebruiken. Deze ontwikkelingen waren technologie gedreven, waarbij de zorg maar moest zien wat ze er mee konden.
Een andere, veel interessantere, invalshoek is die vanuit de kwaliteit van leven. Het is uit alle onderzoek bekend dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig en zo normaal mogelijk wil wonen en de nodige zorg en ondersteuning thuis wil hebben. Institutionele zorg is een ’last ressort’ voorziening. Nu is Nederland het meest geïnstitutionaliseerde land ter wereld. Ruim 8% van onze 65+-ers bijvoorbeeld, woont in een instituut, dat is bijna vier keer zoveel als bij onze Oosterburen. In 2008 hebben we 4 miljard euro uitgegeven aan de zorg voor mensen met een dementie ( dementie wordt nu al de epidemie van de 21-ste eeuw genoemd). De tweede ‘opmaker’ in de AWBZ. Daarvoor hadden we 200.000 mensen in zorg. Van deze groep woont 70% thuis en krijgt daar de nodige zorg en ondersteuning. De 30%  in een instituut wonende mensen maakt aanspraak op 98% van het beschikbare budget, de overige 2% gaat naar de 140.000 thuiswonende mensen met een dementie. Ik heb geen reden om aan te nemen dat dit niet ook van toepassing op andere sectoren in de zorg. Deze feiten bevatten twee ‘goednieuws boodschappen’. De eerste boodschap is dat we de samenleving aanzienlijk veel geld kunnen besparen als we de dure instituutzorg vervangen door de veel goedkopere thuiszorg. ICT moet het makkelijker maken om thuis te blijven wonen, je netwerk te onderhouden en uit te breiden, contact te houden met mensen. Zorg op Afstand is daarvoor een interessante toepassing. De ervaringen die zijn opgedaan in Gendt met Actieve,Passieve en Mobiele VideoCare en de welzijnstoepassing ’t Manusje, zijn zeer hoopgevend. Belangrijke voorwaarde is wel de dat gebruik wordt gemaakt van open standaarden en hardware onafhankelijk. Zo houden we de ‘kastjesverkopers’ buiten de deur.  De tweede goednieuws boodschap  is dat de mensen dat ook willen, gewoon, normaal wonen, in een wijk, in een dorp in een buurt, in een betekenisvolle verbinding met de omgeving ook met hulp van technologie.
Friso Teerink is sociaal gerontoloog en heeft de afgelopen anderhalf jaar veel ervaring opgedaan met verschillende  toepassingen op het gebied van  Zorg op Afstand als interim manager van zorgcentrum Sint Jozef in Gendt.