Ewoud Teerink plotseling overleden op 24 april 2010

ingevoerd op 25-4-2010

 
door Friso Teerink
 
Wie omhoog spuwt, krijgt het speeksel in zijn aangezicht.
 
Dit is een Antilliaans spreekwoord. De Antilliaanse verjaardagskalender hing bij ons op de WC, iedere maand een ander spreekwoord, dit spreekwoord staat in mijn geheugen gegrift. Ik weet niet waarom. Ik ben geboren in Willemstad op 21 mei 1950. Ewoud is ook op de Antillen geboren op 10 september 1951. Dat schept een band. Alle Antillianen terug naar hun eiland en verkopen die handel, vonden wij een prima idee. Wij zijn landskinderen. Ewoud was de eerste die terug ging naar ons eiland en ons geboortehuis. Het huis is er nog maar het wordt niet bewoond, er groeit nu een boom in.
Wij zijn de babyboomers. Opgegroeid in de vijftiger en zestiger jaren in een dorp, eerst in Bovenkerk, daarna in Ouderkerk aan de Amstel, toen heel eenvoudig, nu een soort Wassenaar van Amsterdam.
De buurt in Bovenkerk, waar wij woonden, is inmiddels geamoveerd. Politiek jargon voor slopen, daar houden wij niet van, van dit jargon.
Mijn broertje en ik trokken gezamenlijk op dus haalden wij samen het zwemdiploma in het Oosterbad in Aalsmeer. Vroeg in de ochtend voor schooltijd, op de fiets, zes kilometer fietsen, aan de hengel en leren zwemmen. Ook toen al heette dit zwembad het rattenbad, maar geen rat gezien wel veel zoetwatermosselen.
Op 5 december 1959 verhuisden we naar Ouderkerk. Op de fiets! Wat een verandering. Een oude school met schoolbanken. Ik zat naast Henk Floor, die stonk! Ewoud zat een klas lager, bij jufrouw Oldekamp. We kwamen in dezelfde klas toen ik in zes a zat en Ewoud in vijf a, bij meester Hekman, een ouderwetse schoolmeester, die er niet voor terugdeinsde om in de klas te vechten met Daan Hooijer. Die vechtpartij heeft op mij en Ewoud diepe indruk gemaakt.
Onze schoolprestaties deden niet voor elkaar onder, maar op advies van drs. Perk, schooladviseur, ging ik naar het Casimir Lyceum en Ewoud naar de ATS, de Amstelveense Technische School. Ewoud was te speels om naar het voortgezet onderwijs te gaan. Ik had ieder middag vrij (een 45 minutenrooster) om te spelen en Ewoud was de hele dag op school, om te wennen aan het ritme van de fabriek. Hij deed electro, je kon ook kiezen voor hout of metaal, maar electro was nieuw en duurde ook een jaar langer, vier jaar, in plaats van drie jaar. Jongens en meisjes gingen in die tijd op hun vijftiende jaar al werken voor een baas. Nu hebben kinderen op hun achttiende nog geen beroepskwalificatie. Hij ging met zijn overall en zijn pakje brood naar school. Ik kon rond de middag thuis mijn broodje eten.

The quick Brown fox jumps over te lazy dog.
Zijn eerste baan was schrijfmachine monteur bij  de firma Moolhuizen op de Rozengracht. In deze zin zitten alle letters van het alfabet, de ultieme test voor alle servicemonteurs van schrijfmachines. Hij heeft ook mijn schrijfmachine een servicebeurt gegeven, echt het ging daarna een stuk beter. Hij is ook nog servicemonteur geweest voor koffiezetautomaten en servicemonteur voor copieerapparaten bij Océ van der Grinten. Iemand noemde hem een selfmade man. Dat was hij ook.

Sport.
We werden samen lid van gymclub KDO, (kracht door oefening) in het Gezellenhuis, ik herinner me ook nog een uitvoering. Onze gymleerkracht was de heer van de Broek, partijgenoot. We haalden beiden niet het eerste gelid. Toen kwam jeugdvoetbal bij Osdo (ons samenspel doet overwinnen), zaterdagvoetbal, dus gelijk uit school op de fiets naar de uitwedstrijd. De zondagvoetbalclub was NEA (nuttig en aangenaam, maar voor ons narigheid en armoede). Ik weet niet waarom, maar daarna gingen we voetballen op zondag bij De Vliegende Hollanders, misschien omdat de club van de KLM was? Kan zomaar, want de KLM was de werkgever van mijn vader. Later werd de club opgeheven en ging over in Nautilus. Ewoud heeft nog lang gevoetbald en heeft steeds contact gehouden met zijn voetbalmaten
Ewoud is ook nog fanatiek basketbalscheidsrechter geweest. In een grijze broek en trui. Hij was toen wel heel jong.
De laatste jaren had hij een seizoenkaart voor Ajax en ging hij met Dannie naar iedere thuiswedstrijd.

Kaarten om de stier.
Wij komen voort uit een hele grote Amsterdamse familie, en hechte familie. Er was een nevenclub en een nichtenclub en er werd geklaverjast. Met het mes op tafel! Mijn Gerrie vond en vindt dat niet leuk en heeft nog steeds een hekel aan dat kaartspel, ik niet, maar ik was het gewend. Bij de familie Broese werd ook fanatiek gekaart, ik heb een tijd verkering gehad met Sandra Broese.  Er werd niet geklaverjast, maar speelden we Black Jack of Gin Rummy, Moeder Broese was Engelse, vandaar. Mijn vader speelt nu klaverjas met moeder Broese in het dienstencentrum in Ouderkerk, het kan verkeren. We hebben lang een familiekaartclub gehad. De trofee was een stier, daar werd fanatiek om gestreden, ik deed daar ook af en toe aan mee, volgens mij was Ewoud er altijd.
Ewoud is gek op spelletjes, hij kocht een racebaan van Jouef, later van Carrera, met raceauto’s. Sandra dorst er niet eens naar te kijken.

Vriendje,
Ewoud is niet alleen mijn broer, maar ook mijn vriend. We hebben elkaar gevonden in 1967. Toen gingen we samen naar een natuurvriendenhuis in Jalhay (Belgische Ardennen, bij monsieur Lecler). Een fantastische vakantie, wij gingen er op de brommer naar toe, met een tussenstop in de Eikhold in Heerlen, twee broertjes, zeventien en vijftien, op de brommer. Mijn ouders gingen er  in een Renault 4 heen, met Roeland en Sandra. Daarna  in 1968 samen naar Zwitserland, een internationaal jongerenkamp van de NFI, Natur Freunde Internationala (kregen we ook een deelneming van) aangeraakt door het NIVON, en er nooit meer weg gegaan,. Wij hebben beiden veel te danken aan Het Nivon. Door het Nivon zijn we geworden wie we zijn.

Je hoeft geen rood hemd aan te trekken ik hoor zo wel uit welke hoek de wind waait.

Betekenisvol verbinden.
Ewoud heeft het talent om zich betekenisvol te verbinden met de mensen in zijn omgeving. Hij maakte geen onderscheid. Hij is een familieman, ome Ewoud, hij kreeg vanuit die betekenisvolle verbinding dingen voor elkaar die andere mensen in zijn omgeving niet voor mogelijk hielden. Dit betekenisvol verbinden is zijn kracht en dat wordt ook door iedereen erkend. Een mensenmens. Relativeren zonder onverschillig te worden. Strijd te voeren maar ook lachen. Humor is zijn sterke wapen, ik herken dat. Ik herken heel veel van mijzelf in mijn broertje, maar daarvoor is hij ook mijn broertje en dat blijft hij, wat er ook gebeurt. Maar alles wordt anders, leg dat maar eens uit.
Alleen met betekenisvol verbinden kunnen we de komende crisis te lijf.

Uitgesproken door Friso Teerink tijdens de uitvaart op 1mei 2010