Waar kom je je bed voor uit.

ingevoerd op 7-3-2014

Je moet iedere dag weer de vraag beantwoorden waar je je bed voor uit komt. Waar je nog naar uit kijkt, wat je nog wil meemaken, waar je je op verheugt, of je er toe doet. Voor veel mensen is dit een vanzelfsprekendheid, waar je niet over hoeft na te denken. Topsporters noemen het focussen; “Over vier jaar wil ik er staan.”, en trainen vier jaar lang hun lichaam en hun geest om die topprestatie daadwerkelijk te leveren en hun droom te laten uitkomen.
Sommige mensen hebben er moeite mee om dag in dag uit te weten waar ze hun bed voor uit komen, die hebben een dip, of een depressie of zijn depressief.
Als je heel oud bent en alleen nog maar wordt geconfronteerd met je eigen lichamelijke en geestelijke beperkingen en de dokter zegt dat er niets aan te doen is, want de ouderdom komt immers met gebreken, dan wordt het wel heel erg moeilijk om te weten waar je je bed nog voor uitkomt.
In de zorg wordt dit aspect van heel oud worden nauwelijks benoemd. Ik ben de antwoorden op deze vraag in geen enkel zorg- en/of leefplan tegen gekomen. Het is een existentiële vraag; doe ik, c.q. doet mijn aanwezigheid er nog toe.
Mensen die heel oud zijn en met deze existentiële vraag worstelen ondersteunen en begeleiden is een complexe opgave. Volgens mij de meest wezenlijke opgave in de zorg aan heel oude mensen. In onze Nederlandse verpleeg- en verzorgingshuizen is slechts 1 % van de medewerkers een gediplomeerde verpleegkundige, De verpleegkundige discipline is bij uitstek toegerust om deze complexe opgave ook daadwerkelijk uit te voeren. Deze discipline ontbreekt structureel. Dat is volgens mij de reden dat er zoveel mis is en mis gaat in de Nederlandse intramurale ouderenzorg. Je ziet het pas als je het door hebt geldt niet alleen voor voetbal, dit is ook voor de zorg van toepassing. Ik ben er van overtuigd dat de kwaliteit van zorg structureel verbetert als we gaan investeren in meer en betere verpleegkundigen in de ouderenzorg in plaats van in managers. In de Verenigde Staten kennen ze ‘Magnethospitals’.In deze ziekenhuizen is de verpleegkundige discipline leidend. Zo wordt sterk op kosten bespaard, want er zijn minder dokters en managers nodig, maar het levert hele tevreden patiënten op.
Er is geen tekort aan verpleegkundigen, maar een tekort aan verpleeg- en verzorgingshuizen waar verpleegkundigen willen werken.
De zorg heeft minder hiërarchie nodig, maar meer regie, om te kunnen sturen op inhoud.